Skip to content
header lijntje

Pensioen: hoever kijk jij vooruit?

Sonja Baars, Customer Journey Expert bij ING en deelnemer bij Pensioenfonds ING, gaat in gesprek met Peter van Meel, bestuurder bij Pensioenfonds ING. Over pensioenleeftijd, levensgebeurtenissen die invloed hebben op je pensioen en verwachtingen voor de toekomst.

Peter: “Goed dat je er bent, Sonja. We gaan graag met onze deelnemers in gesprek, bijvoorbeeld over de manier van beleggen en over toekomstverwachtingen. Als Pensioenfonds richten we ons sterk op de lange termijn, zeker nu deelnemers steeds ouder worden. Ik ben benieuwd hoe jij tegen je pensioen aankijkt.”

Sonja: “Om eerlijk te zijn is pensioen nog een ver-van-m’n-bedshow; ik ben pas 42 jaar. Wat plannen maken betreft ben ik er niet mee bezig. Maar vanuit mijn achtergrond bij Hypotheken begrijp ik wel hoe belangrijk het is om nu al te weten hoe je ervoor staat op je pensioenleeftijd. Ik weet dus vanuit financieel oogpunt wat mijn situatie is. Maar toch, hoe zien jullie dat? Zou ik meer met m’n pensioen bezig moeten zijn?”

Om eerlijk te zijn is pensioen nog een ver-van-m’n-bedshow; ik ben pas 42 jaar. Wat plannen maken betreft ben ik er niet mee bezig. 

Sonja Baars

Peter: “Op jouw leeftijd hoef je daar niet ieder jaar naar te kijken. Het is belangrijk dat je weet wat je hebt en in de gaten houdt hoe het zich verder opbouwt. ING is een goede werkgever, maar ga niet achteroverleunen. Wij merken dat sommige mensen pas voor het eerst kijken als ze bijna met pensioen gaan. Dat is laat. Je weet dan niet wat je – in positieve of negatieve zin – te wachten staat en je kunt er weinig meer aan doen. Zeker met het oog op bepaalde veranderingen – trouwen, kinderen, scheiden – is het belangrijk om inzicht te hebben. Spelen er bij jou zaken die van invloed kunnen zijn?”

Sonja: “Nou, daar zeg je wat… Ik ben vorig jaar gescheiden. Als je samen bent, ga je ervan uit dat er ook in de toekomst een vangnet is. We hadden het bijvoorbeeld zo uitgerekend dat we met onze koopwoning op pensioengerechtigde leeftijd geen hypotheeklasten meer zouden hebben. Door de scheiding is dat toekomstbeeld veranderd. Toch maak ik me geen grote zorgen.”

Peter: “Kun je dat uitleggen, heb je het anders geregeld?”

Sonja: “Ik heb geen andere regelingen getroffen, maar vooralsnog denk ik dat het goed zit. Ik heb sinds 2003 een vast dienstverband bij ING en er zijn belangenpartijen die borgen dat ons pensioen goed is geregeld. Mijn pensioenopbouw is dus solide. Maar wat als ik in de toekomst nog eens een huis wil kopen? Daar denk ik wel over na. Hoe haalbaar is het om binnen 25 jaar de hypotheekschuld af te lossen? Hoe weet ik of ik moet investeren in extra pensioenopbouw? Dat vind ik lastige vragen.”

Als Pensioenfonds kijken we verder dan de vraag of er genoeg geld is om uit te keren. We kijken vooral naar de verre toekomst en bepalen vervolgens hoe we al die jaren kunnen blijven indexeren. 

Peter van Meel

Peter: “Dat zíjn ook lastige vragen. Het is misschien goed om te weten dat je kunt schuiven met je pensioen. Dat je de eerste jaren wat meer uitgekeerd kunt krijgen, omdat je bijvoorbeeld nog hogere lasten hebt. Een hoog-laagconstructie noemen we dat. Binnenkort kunnen deelnemers onze Pensioenschets invullen: met de gegevens uit mijnpensioenoverzicht.nl kun je je verwachte totale pensioen afzetten tegenover je verwachte uitgaven en kun je kijken wat de gevolgen zijn als je het pensioen bijvoorbeeld eerder laat ingaan, of de eerste jaren meer laat uitkeren. Een handig instrument als je nog ruim voor je pensioen zit. Het geeft inzicht en biedt mogelijkheden om nog iets te doen. Tegelijkertijd zeg ik wel: het blijft een indicatie. Wil je echt advies, maak dan een afspraak met een financieel planner.”

Sonja: “Voor mijzelf vind ik het al een hele uitdaging om zover vooruit te kijken en de juiste beslissingen te nemen. Hoe doen jullie dat als Pensioenfonds?”

Peter: “Als Pensioenfonds kijken we verder dan de vraag of er genoeg geld is om uit te keren. We kijken vooral naar de verre toekomst en bepalen vervolgens hoe we al die jaren kunnen blijven indexeren. Daarin nemen wij onder andere de levensverwachting mee. Voor mannen is dat 84 jaar en voor vrouwen 87 jaar. Per deelnemer gaan we ervan uit dat we ongeveer 20 jaar pensioen uitkeren. Daarbij willen we dat het pensioen waardevast blijft, dus dat inflatie zoveel mogelijk gecompenseerd wordt. Met de huidige dekkingsgraad zitten we goed op schema en kunnen we voorzichtig zijn met onze beleggingen. Om rendement te kunnen halen, moet je natuurlijk iets risico lopen, maar te veel risico nemen is onnodig. En de risico’s die je neemt, moet je kunnen uitleggen aan de deelnemer.”

Sonja: “Goed te horen dat jullie onderzoeken hoeveel risico wij als deelnemers acceptabel vinden. Dat is mooi. Tegelijkertijd geven jullie geen advies over pensioenopbouw. Is dat niet tegenstrijdig?”

Peter: “We proberen op allerlei manieren met deelnemers in gesprek te komen. Niet alleen via klantenpanels en enquêtes, ook op locatie, bij verenigingen van oud-medewerkers, bijvoorbeeld. Zo leren we beter begrijpen wat deelnemers belangrijk vinden. Maar om een overall financieel advies te geven heb je wettelijke licenties nodig, en die hebben pensioenfondsen niet. Tegelijkertijd trekken we het wel breder. Zo organiseren we bijvoorbeeld webinars voor mensen die bijna met pensioen gaan. Hier begeleiden we mensen bij welke stappen ze moeten nemen om een goed overzicht te krijgen van wat ze hebben opgebouwd.”

Ik heb denk ik niet veel nodig om gelukkig te zijn; ik wil niet wachten tot mijn pensioen om te reizen. 

Sonja Baars

Peter: “Als het om toekomstverwachtingen gaat, hoor je vaak dat mensen nog van alles willen doen na hun pensioen. Veel reizen, bijvoorbeeld. Toch is dat niet altijd de praktijk. Belangrijkste is dat mensen op het moment van hun pensioen hun tijd kunnen besteden zoals ze dat zelf willen, aan kinderen en familie bijvoorbeeld, en dat ze daar dan in ieder geval de financiële middelen voor hebben. Voor dat laatste doen wij ons uiterste best.”

Sonja: “Zo zie ik het ook. Ik heb denk ik niet veel nodig om gelukkig te zijn; ik wil niet wachten tot mijn pensioen om te reizen. Wel hoop ik tegen die tijd een trotse oma te zijn, die er ook financieel kan zijn voor m’n kinderen en kleinkinderen. En dat ik dan natuurlijk niet ieder dubbeltje hoef om te draaien! Uiteindelijk hoop ik die 87 in goede gezondheid te kunnen aantikken. En wie weet nog wat verder.”

Peter: “Daar sluit ik me volledig bij aan. Een mooie toekomstverwachting om mee af te sluiten.”